Levensloop

Iedere keer weer als ik de trap op ging in de schippersschool aan de lage kanaaldijk 76, klonken mij de tonen tegemoet van de nocturne 20.

Alsof hij wist dat ik er aan kwam. Wist, hoe gevoelig ik was voor zijn piano. Wist, dat als ik aankwam boven in het atelier, op mijn laatste stappen de laatste riedel zou klinken,
opdat mijn entree enige importantie kreeg.

De eerste treden roken naar schimmel, een oud gebouw, maar al gauw kwam mij de geur van terpentine en damar tegemoet.
De riedel leeft ! 

Domien Hofhuizen

Willem Hofhuizen 1915-1986

Wilhelmus Johannes Maria (Willem) Hofhuizen werd geboren op 27 Juli 1915 te Amsterdam maar verhuisde op jonge leeftijd naar Roermond omdat zijn vader vakbondsleider werd van het district Zuid van de Katholieke Arbeiders Bond na een loopbaan als trambestuurder. Op zijn veertienjarige leeftijd overleed zijn vader Cornelis Wilhelm Hofhuizen, die gehuwd was met Elisabeth Maria Weetink, in 1929 aan een maagbloeding. Nadat hij de rest van zijn jeugd had doorgebracht in Roermond aan de Kapellerlaan keerde hij via Nijmegen in 1931 terug naar Amsterdam om eerst zijn opleiding aan de pedagogische academie en daarna zijn opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten onder leiding van de professoren Jurres en Campendonk te voltooien. Daar kreeg hij de beschikking over een loge, een eigen atelier in de akademie dat werd toegewezen aan de meest begaafden die uitsluitend contact hadden met een hoogleraar. In die tijd ontmoette hij medestudenten als Jaap Min, Karel Appel, Corneille en vele andere bekende kunstenaars alsmede Jos Hagemeijer (1920-1991), zijn toekomstige vrouw en zelf ook een getalenteerd kunstenares. Het was echter de Kapellerlaan in Roermond, met het kapelletje vlakbij gelegen en de vroege dood van zijn vader, welke van grote invloed waren op zijn gevoelsleven. Daar werd zijn gevoel voor katholicisme, het monumentale en het onvermijdelijke gevormd. Eenmaal in Amsterdam aangekomen wilde hij terug naar het katholieke zuiden, en zoals hij later vertelde "ver naar het zuiden" vanwege zijn zucht naar het warme en het geborgene. Dat dit op een wat onverwachtte wijze zou gebeuren wist hij nog niet. Zijn eerste atelier had hij aan de Lauriergracht te Amsterdam.

In 1944 tijdens de tweede wereldoorlog vertrok hij met Jos, die op dat moment zwanger was, te voet vanuit Amsterdam naar zijn broer Theo in Eindhoven dat deels bevrijd was. Dit deden zij om de op te richten "Kultuurkammer" te ontvluchten maar ook omdat zij vernomen hadden van een op handen zijnde razzia. Zowel Jos als Willem zaten toen in die tijd in het verzet. Eenmaal aangekomen in Eindhoven trokken zij verder naar het "bevrijde" Deurne waar Jos, tussen de kogelregens, van hun eerste zoon Peter in het ziekenhuis beviel. Daar kregen zij ook onderdak in het huisje van huishoudster "Doortje klets" van Hendrik Wiegersma, huisarts-kunstschilder. Bepalend voor zijn leven ontmoette hij daar Henk te Strake senior (industrieel) en junior (rechter) en Peer van de Molengraft, kunstschilder en portrettist. Na de bevrijding zijn Willem en Jos nog teruggegaan naar Amsterdam om af te studeren aan de Rijksacademie waar Willem dit "cum laude" deed. Onder zware "katholieke" druk van familie en anderen traden zij in 1945 in het huwelijk. In 1946 kregen zij een huis aangeboden in Maastricht door Gerard van der Plaats, röntgenoloog, om daar, na een korte onderbreking op Schiermonnikoog in 1951-1952, nooit meer weg te gaan. Zo werd hij de "Amsterdamse Limburger".

Willem Hofhuizen had zijn tweede atelier in Maastricht aan de Pieterstraat in het oude molengebouw boven het atelier van de glazenier Hubert Felix. Toen dit zou worden afgebroken voor stadsvernieuwing kreeg hij van de gemeente Maastricht voor een symbolisch bedrag in de schippersschool aan de Lage Kanaaldijk alle ruimte. Zijn derde atelier. Daar zou hij blijven en later na een scheiding van tafel en bed in 1956 ook blijven wonen, tot aan zijn dood op 23 December 1986. Jaap Min, van 1955 tot 1961 hoogleraar aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, trok veel met hem op en heeft samen met Tonnie van Bragt, docent kleurtechniek aan diezelfde Academie, hem na zijn scheiding opgevangen. Tinie van Bragt, de vrouw van Tonnie, verzorgde toen ongeveer vijftien jaar zijn was en bracht hem eten. Om zijn verdriet te verzachten en de eenzaamheid te verdrijven kwam zij 's avonds een boek bij hem lezen, of wisselde enkele woorden met hem. In 1972 ontmoette hij Marianne Bakels waar hij vanaf 1976 de laatste tien jaren van zijn leven mee heeft samengeleefd. Op 23 December 1986 stierf hij in haar armen. Diezelfde laatste tien jaar bracht hij ook veel door met zijn boezemvriend en kunstschilder Petran Vermeulen (1915-1988). Petran was een van de weinigen die hem weerwoord kon geven en samen met hem de binnensteedse horeca "onveilig" wist te maken. Na de dood van Willem Hofhuizen verzuchtte Petran Vermeulen eveneens dood te willen zijn. Twee jaar later werd zijn wens vervuld.

Hij maakte studiereizen naar Egypte, Italië, Spanje, Portugal en Frankrijk, waar hij ongeveer een jaar in Parijs verbleef. Hij was de schepper van de beeldengroepen "Levensvreugde" en "Olterdissens werk" aan de Grote Looiersstraat te Maastricht.  Zijn totale oeuvre omvat olieverven, gouaches, tempera's, tekeningen, boekillustraties (Leidens Ontzet geschreven door Ini Janssens, de Mestreechse dictionaire van Koenen Endepols en Pierre Kemp zijn "Les folies Maestrichtoises"), glasramen (Asten, Noord Brabant R.K. Kerk Maria Presentatie, Houten, Utrecht, R.K. Kerk OLV ten Hemelopneming), fresco's (Maastricht, stadhuis en specialistenpoli Kesselskade), sgraffito's (Brunssum, Cuyck), portretten en sculpturen. Verder was hij recensent voor beeldende kunst bij "De Maasbode" en vijftien jaar lang docent "cultureel leven" aan de pedagogische academie te Veghel.

Zijn werken zijn onder andere tentoongesteld geweest in Maastricht, Sittard, Heerlen, Roermond, Scheveningen, Amsterdam, Bonn, Parijs, Rome, Barcelona en Tokio en maken nu onder andere permanent deel uit van de collecties van:

· Bonnefantenmuseum, Maastricht
· Museum de Stadsgalerij, Heerlen
· Het Stadhuis in Maastricht
· Het Gouvernement in Maastricht
· De DSM kunstcollectie
· De Limburgers van het AZM

 Bijzondere Tentoonstellingen;

· Amsterdam, Stedelijk Museum, 1949, "Pro Arte Christiana"
· Amsterdam, Stedelijk Museum en Heerlen, Raadhuis, 1950, "Vos en Hofhuizen"
· Amsterdam, Stedelijk Museum, 1954, "Zuid Limburgse kunst"
· Hoensbroek, Kasteel Hoensbroek, 1959, "Kunstcollectie Staatsmijnen"
· Reizende tentoonsteling door België, Nederland en Duitsland, 1964, "Kunst ohne Grenze"
· Reizende tentoonsteling door Limburg, 1971, "Kunst in Limburg "
· Tokio, Miyagi Prefectural Museum, 1985, "Nederlandse Kunstschilders"

 Bibliografie (verkort);

· Vollmer II, Algemeines Lexicon der bildende Künstler des XX Jahrhundert, Publicatiedatum: 1955
· Polygoon journaal: 1961
· Kunst op ware grootte, kleurenreprodukties naar fragmenten van werken uit de kunstcollectie van Staatsmijnen/DSM, Publicatiedatum: omstr. 1967
· Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, Publicatiedatum: 1969
· Goden en heiligen in Limburg, Publicatiedatum: 1969
· Limburg Aktueel, Willem Hofhuizen: schilder van het tijdloze: Publicatiedatum: 1981
· Limburgse Schilders, Publicatiedatum: 1982
· Beeldende Kunst in Limburg, Publicatiedatum: mei 1983
· Radio interview: ROZ 1984
· Twintig kunstenaars in een peeldorp, Publicatiedatum: oktober 1986
· Beeldend Nederland, Publicatiedatum: 09.04.1993
· Wikipedia, de vrije encyclopedie, Publicatiedatum: 7 november 2003
· Limburgia Exotica ; Kunstenaars komen naar Limburg 1850-1950, uitgegeven in samenwerking met Limburgs Museum Venlo 2007
· 57 Limburgse beeldend kunstenaars, bijeengebracht in Valkenburg aan de Geul, uitgegeven door Marx en Marx 2007
· Willem Hofhuizen - Kunstschilder, Tekenaar, Beeldhouwer en Glazenier, uitgegeven door de Walburg Pers Zutphen 2009, ISBN 978.90.5730.583.2

 

Willem Hofhuizen

Vrouw met tentdoek, olie op doek 60x70, 1986